Rekening houden met wilde bestuivers in het beheer van landbouwgebied
Context
Vele hedendaagse landbouwpraktijken vormen het agrarische gebied om tot een leefwereld die maar weinig geschikt is voor wilde bestuivers. Toch zou de landbouwsector een krachtige hefboom kunnen vormen voor de huisvesting en de bescherming van bestuivende insecten omdat hij aanzienlijke gebieden bewerkt. Bepaalde praktijken, die overigens al toegepast worden, kunnen de habitat van bestuivers herstellen of een bloemenaanbod beschikbaar maken. Deze praktijken moeten uitgebreid worden om binnen de bestaande teelten weer gunstige voorwaarden te creëren voor wilde bestuivers (bloemenaanbod, nestplaatsen, schuilplaatsen, …).
Het grensoverschrijdende gebied wordt momenteel gedomineerd door gebieden voor grootschalige landbouw. Toch worden al acties ondernomen ten voordele van wilde bestuivers. Het is dus nodig om dergelijke acties te begeleiden en te stimuleren door de partijen uit de landbouwsector nieuwe tools aan te reiken.
Beschrijving
- De landbouwsector begeleiden naar praktijken die gunstig zijn voor bestuivers en de overgang naar nieuwe technieken plannen, bijvoorbeeld door de nadruk te leggen op de economische en milieutechnische voordelen die hiermee verbonden zijn en door beslissingstools voor te stellen en de consumenten te sensibiliseren en te informeren over de voordelen van deze methodes, …
- Binnen de landbouw bestaande gebieden met een groot potentieel voor wilde bijen met prioriteit behouden, bijvoorbeeld permanente graslanden, hoogstamboomgaarden, vochtige gebieden, natuurlijke heggen, …
- De teelt van nectarplanten integreren in de teelt van landbouwgewassen, bijvoorbeeld door vlinderbloemigen in de teeltwisseling op te nemen (klaver, esparcette, …) of door te werken aan de autonomie inzake voedingsgewassen (luzerne, …).
- Teeltpraktijken bevorderen waarin plaats is voor akkeronkruiden in de gewassen, bijvoorbeeld door het aanmoedigen van de teelt van wintergraan en door de aanpassing van onkruidbestrijdingsmethodes, van grondbewerking en van zaadkeuze.
- Alternatieve en innovatieve landbouwpraktijken met respect voor en gunstig voor wilde bestuivers aanmoedigen, bijvoorbeeld door een geïntegreerde bestrijding van plaagsoorten, biologische teelt, agro-ecologie, permacultuur en agroforestry. Binnen deze systemen is het mogelijk om vernieuwende technieken in te voeren zoals biocontrole, aangepaste teeltwisseling, mengrassen, de aanpassing van bodembewerkingstechnieken of het niet bewerken van de bodem, alternatieve onkruidbestrijding,...
- BO (beheerovereenkomsten, deel van de agro-ecologische maatregelen) aanpassen, vastleggen of invoeren ten gunste van wilde bestuivers en deze in de landbouw integreren, meer bepaald in de grootschalige landbouw. Dit kan betrekking hebben op de aanpassing van zaadmengsels voor bloemenstroken en het voorzien van planten die geschikt zijn voor bestaande gemeenschappen van bestuivers en met plaatselijke zaadmengsels, op het creëren van een habitat voor wilde bestuivers (hoogstamboomgaarden, heggen, …), om plaatsen voor nestbouw te voorzien in het landbouwbedrijf, het zaaien van nectarplanten, …
- Bloemen en planten met een sleutelfunctie integreren in de plantenmengsels voor landbouwkundig gebruik (braakligging, bloemenstroken, velden van ecologisch belang en planten voorzien die geschikt zijn voor gespecialiseerde of zeldzame bestuivers of ook planten die een belangrijke rol spelen in het plant-bestuivernetwerken.
Actievoorbeelden
- Nationaal actieplan ten voordele van akkeronkruiden in Frankrijk (https://docplayer.fr/58373382-Plan-national-d-actions-en-faveur-des-plantesmessicoles.html)
- «Poll’Aisne attitude»: experiment ter vermindering van het gebruik van fytosanitaire producten bij een netwerk van landbouwers in de Aisne (Hauts-de-France).
- Invoering van “schuilplaatsen voor bestuivers” in landbouwbedrijven die verbonden zijn aan de landbouwkamer van Hauts-de-France (https://hautsdefrance.chambres-agriculture.fr/publications/la-publication-endetail/actualites/couverts-pollinisateurs/)
Indicatoren
- Lijst van engagementen ten gunste van bestuivers
- Gedefinieerde en doorgevoerde agro-ecologische maatregelen
- Aantal getekende contracten
Soorten partijen
Advies en concept: partijen uit de kennissector, partijen uit de sector van het natuurbehoud, partijen uit de landbouwsector
Uitwerking op het terrein: partijen uit de landbouwsector
Stimulering en wettelijk kader: beslissende instanties en overheden
Voorzien: de landbouwkamers van Hauts-de-France, Gabnor, Bio-Picardie, nationale natuurparken Voorzien: verenigingen (Natagriwal, Greenotec, …), Waals Gewest (DGO3), landbouworganisaties, universiteiten (bijv.: ULg, UCL, …) Voorzien: VLM, Natuurpunt, INAGRO…
Geassocieerde acties
- Actie 4 – Onderzoek naar het effect van de werkwijze in de landbouw op wilde bestuivers
- Actie 18 - Technische informatie voor beheerders van groen- en natuurgebieden en landbouwers
- Actie 21 - Het gebruik van alternatieven voor chemische producten aanmoedigen
- Actie 23 - Beheerkalender ten voordele van bestuivende insecten
- Actie 33 - De coördinatie van acties ten voordele van bestuivers binnen een bepaald gebied of context bevorderen
- Actie 34 - Pilootgebieden opzetten en promoten die als model kunnen dienen voor wilde bestuivers