Onderzoek naar het effect van werkwijzen in de landbouw op wilde bestuivers

Context

Zeer grote delen van het landoppervlak ondergaan de invloed van landbouwactiviteiten. Deze kunnen een negatief, maar eventueel ook een positief effect hebben op wilde bestuivers. Het is dus van belang om de impact van landbouwactiviteiten beter te kennen om hun negatieve effecten te verminderen en ze om te vormen tot een hefboom voor het behoud van wilde bestuivers.

Beschrijving

-Onderzoek naar het effect van courante landbouwpraktijken met een mogelijk nefaste invloed op wilde bestuivers (bijv.: fytosanitaire schema’s, verwijderen van distels, weinig gebruik van peulgewassen, behandeling in periodes dat er honing verzameld wordt, verdwijnen van akkeronkruiden), rekening houdend met hun tijdelijk aspect (bijv. maaiperiodes) en hun toepassing in het landschap (afmetingen van de percelen, hoeveelheid akkerranden, integratie in de groene infrastructuur…). Dit onderzoek zal mogelijk maken om plannen voor te stellen om de effecten van landbouwactiviteiten op bestuivers te verminderen.

-Het effect onderzoeken van maatregelen die mogelijk een gunstige invloed hebben op wilde bestuivers (bijv.: MAEC (Méthodes agroenvironnementales et climatiques, CIPAN (Culture Intermédiaire Piège A Nitrats), kweek van peulgewassen, van akkeronkruiden, precisielandbouw, biologische landbouw, agrobosbouw...) rekening houdend met de context (tijdelijk karakter, landschap...). Deze maatregelen moeten onderzocht worden om verbeteringspistes voor te stellen en om zeker te stellen dat ze geen ecologische val worden.

-De aandacht vestigen op landbouwmilieus die een belangrijke rol spelen voor bestuivers, zoals hoogstamboomgaarden, bepaalde types doorlevende of op kalkhoudend grond gedijende weides, extensief begraasde weides, … om hun behoud te begunstigen.

Actievoorbeelden

Indicatoren

  • Aantal wetenschappelijke publicaties over dit thema
  • Aantal lopende projecten of onderzoek over dit thema

Soorten partijen

Realisatie van wetenschappelijk onderzoek: Partijen uit de kennissector
Tussenpersonen en uitvoering op het terrein: Partijen uit de landbouwsector

Frans projectdeel

Voorzien: INRA, ANR, FRB, Casdar, RMT « Biodiversité et Agriculture », alle bevoegde personen of structuren (INRA, zaaizaadsector, natuurreservaten, Conservatoire du littoral, verenigingen, UMT PrADE, enz..), MAAF/DGPE, MAAF/DGER en technische instellingen, Conservatoires des espaces naturels, hogescholen, universiteiten, de landbouwkamers van Hauts-de-France.

Belgisch projectdeel

Voorzien: universiteiten (bijv.: ULB, UMONS, UCL, …), centra en instellingen voor agronomisch onderzoek (bijv.: CRA-W, INAGRO, ILVO, …), landbouworganisaties (bijv.: Natagriwal, Protect’eau, Greenotec… als stakeholders)

Geassocieerde acties

  • Actie 2 – Onderzoek naar de toestand van populaties van wilde bestuivers
  • Actie 6 – Meting van de waarde van de ecosysteemdienst bestuiving
  • Actie 18 - Technische informatie voor beheerders van groen- en natuurgebieden en landbouwers
  • Actie 21 - Het gebruik van alternatieven voor chemische producten aanmoedigen
  • Actie 26 - Rekening houden met wilde bestuivers in het beheer van landbouwgebied