Toezicht en opvolging van de handel in wilde bestuivers voorzien

Context

Momenteel is bekend dat de overdracht van ziekteverwekkers tussen bestuivers mogelijk is en dat elke soort (hommels, metselbijen, …) haar eigen virussen en bacteriën heeft, waarvan nog vaak onbekend is in hoeverre die pathogeen zijn. Het verplaatsen van bestuivers, meer bepaald in het kader van hun toenemende handel in Europa, brengt onvermijdelijk het risico van genetische besmetting met zich mee, net zoals de verspreiding en het ontstaan van nieuwe ziektes. Het is dus nodig om de handel in honingbijen (Apis mellifera) en in nieuwe soorten bestuivers (Bombus terrestris, Osmia cornuta, Osmia bicornis...) in het oog te houden en op te volgen zodat het ontstaan van dergelijke gezondheidsproblemen beperkt kan worden en de oorzaken voor een mogelijke achteruitgang van bestuivers teruggedrongen kunnen worden.

Beschrijving

- Voorschriften opstellen over de import van wilde (bijen, zweefvliegen, vlinders, ...) en van gedomesticeerde bestuivers (honingbijen, hommels, metselbijen, …) om de risico’s op import van ziekten te beperken.

- Mogelijkheden organiseren voor het opvolgen van de uitwisseling en de oorsprong van geïmporteerde en geëxporteerde bestuivers in het grensoverschrijdende gebied om problemen in verband met de import of met de verspreiding van ziektes te kunnen aanpakken.

- De gezondheidsopvolging van honingbijen voorzien waarvan ziekten het best gekend zijn en dat ook doen voor de handel in levende bijen (kolonies, koninginnen, …) en voor de producten uit de bijenteelt (stuifmeel).

Actievoorbeelden

  • Nationale en regionale toepassing van Europese voorschriften voor dierengezondheid en -welzijn, voor de gezondheid van planten en voor fytofarmaceutische producten (Verordening (EG) 2017/625 van het Europese Parlement en van de Raad van 15 maart 2017).
  • Nationale en regionale toepassing van Europese voorschriften voor de import van bepaalde producten, zoals voor de import van honing en koniginnenbrij (goedgekeurd door richtlijn 92/118/CEE van de Raad).

Indicatoren

  • Aantal opvolgingssystemen voor de handel in bestuivende insecten

Soorten partijen

Advies en lobbying: partijen uit de kennissector, partijen uit de sector van het natuurbehoud, partijen uit de bijenhouderij, bedrijven
Wettelijk kader: beslissende instanties en overheden

Frans projectdeel

Voorzien: AFB, Agence Française pour la Biodiversité, bijenhoudersverenigingen

Waals projectdeel

Voorzien: federaal (SPF Volksgezondheid), AFSCA, CARI, bijenhoudersverenigingen, universiteiten (UGENT), bedrijven die betrokken zijn bij het bestuivingsproces en gewasbescherming

Vlaams projectdeel

Voorzien: federaal (FOD Volksgezondheid), PC Bijenteelt, Honeybee Valley, Ugent, bijenhoudersverenigingen, …

Geassocieerde acties

  • Actie 5 – Onderzoek naar het effect van gedomesticeerde bestuivers en van de werkwijze in de bijenhouderij op wilde bestuivers
  • Actie 15 - Sensibiliseren en informeren van bijenhouderij
  • Actie 24 - Regelgeving opstellen die leidt tot betere bescherming van bestuivers