1 – Een gemeenschappelijke bestuivende fauna:
België en het noorden van Frankrijk hebben een erg gelijkaardige bestuivende fauna. Die soorten worden niet beperkt door grenzen en de verschillende redenen van achteruitgang (bijv. klimaatopwarming) zijn van universeel. Om ze efficient te kunnen beschermen is het dan ook noodzakelijk om acties grensoverschrijdend uit te voeren. De middelen om bestuivers te beschermen zijn tot nu toe beperkt tot de administratieve regio’s. Via het SAPOLL-project willen we een samenhangende aanpak voor het behoud en de bescherming van bestuivers in het hele gebied voorstellen, en kennis en ervaring delen, vaardigheden uitwisselen en terreinacties coördineren.
2 – Grote verschillen tussen regionale vaardigheden:
De essentiële kennis voor het behoud van bestuivers zit momenteel geïsoleerd bij verschillende instanties en regio’s. Wallonië heeft bijvoorbeeld de sensibilisering van het publiek voor bestuivers nooit verder uitgewerkt, terwijl Frankrijk net over een pak ervaring beschikt en Vlaanderen een beroep kan doen op zeer actieve werkgroepen met vrijwilligers binnen dit domein. Uitwisseling tussen de verschillende partijen zal dus bijzonder gunstig zijn. Bovendien zal innovatie en de samenhang tussen communicatie- en sensibiliseringsstrategieën binnen het hele gebied bevorderd worden.
Daarnaast zijn de wetenschappelijke vaardigheden ook zeer ongelijk verdeeld binnen de grensoverschrijdende zone. De wetenschappelijke expertise op het vlak van de studie van bestuivers is vooral aanwezig in Wallonië (UMONS, ULg). De wetenschappelijke gegevens over de bestuivers zijn verdeeld over het gebied (collecties, databases van verenigingen,…) en vooralsnog niet geïntegreerd. Het delen van kennis en het creëren van gemeenschappelijke instrumenten (databases, actieplan) zijn essentieel zodat alle betrokken partijen over de cruciale informatie beschikken om bestuivers te beschermen.
3 – Acties coördineren voor meer doeltreffendheid:
De acties die regionaal uitgevoerd worden voor bestuivers moeten rekening houden met de lokale realiteit en bijhorende beperkingen (politiek, wetgeving, publiek…). Nochtans is het belangrijk dat ze een globale logica volgen. Dankzij het actieplan en de gezamenlijk ontwikkelde instrumenten, zal dit project zorgen voor een samenhangende aanpak voor het behoud en de bescherming van bestuivers in het hele gebied. Alles wordt dus veel efficiënter maar er wordt nog steeds rekening gehouden met de regionale bijzonderheden.
Fotos: CD62, K. Gillebart, R. Folschweiller