Citroenzweefvlieg
Wie ben ik?
Citroenzweefvlieg: deze naam heeft te maken met de kleur van het insect. De Latijnse soortnaam betekent « met een streep op het lichaam ». Citroenzweefvliegen vindt men in loofbossen of in naaldbomen op kalkhoudende hellingen en zelfs in parken en tuinen. Het is niet moeilijk om ze waar te nemen. Ze hebben allemaal de mooi contrasterende kleuren zwart en geel.
Wanneer kan je me zien?
Citroenzweefvliegen zijn er vooral van mei tot september, maar het meest ziet men ze in de maand augustus. De volwassen dieren vliegen op een hoogte van 1 tot 3 meter in de begroeiing en zijn omwille van hun kleur erg goed zichtbaar wanneer ze gaan zitten.
Wist je dat?
In het larvenstadium jagen citroenzweefvliegen, zoals vele andere zweefvliegen ook, op luizen. Ze worden daarom luisetend genoemd. Ze eten echter niet zomaar elke soort luis die in de natuur voorkomt. Deze zweefvliegsoort heeft zich namelijk gespecialiseerd in de jacht op luizen die zich voeden ten nadele van planten- of boomwortels. Deze luizen worden gevoed door onderaards levende mierenkolonies van de soort lasius. De larve leeft dus onder de aarde en gaat naar de oppervlakte wanneer haar transformatie naar pop en daarna naar gevleugeld stadium nadert. Dat betekent dat de mieren de larven niet in het oog mogen krijgen zodat ze hun ontwikkeling kunnen doormaken. De larven van deze soort zijn momenteel nog maar gedeeltelijk gekend.
Fotografie : Colette Seignez